29 juni door Jeen Akkerman
Biologisch-dynamisch boeren kent aspecten die rationeel lastig te vatten zijn. Maar in de praktijk is er prima mee te werken.
En: je merkt vanzelf dat je met de natuur meewerkt. Daardoor is het werk fijn om te doen, zie je de planten en dieren op je land floreren en geef je weinig geld uit aan externe zaken. Je lage bedrijfskosten zorgen ervoor dat je zo maar drie dubbeltjes per liter melk overhoudt.
Welmoed Deinum (29) wijst naar een huiszwaluw die in een poel op het erf modder verzamelt voor het bouwen van zijn nest in de schuur. “Prachtig om te zien toch? Er zijn op ons bedrijf steeds meer soorten, niet alleen dieren maar ook grassen en kruiden in ons weiland.” Ze geniet. Elke dag als ze de koeien melkt (“er is geen mooier werk”), door het land banjert of geniet van de ondergaande zon op het bankje bij de sloot. Zij en haar familieleden voelen zich in hun element op het melkveebedrijf in Sondel (FRL). Welmoed vertelt enthousiast over hoe fantastisch het is om op deze manier te kunnen leven en werken. En ze verwondert zich soms dat er zoveel collega-melkveehouders zijn die bijna krampachtig vasthouden aan het traditionele model van schaalvergroting en intensivering. Ze gaat daar niet te diep op in, wil anderen niet de maat nemen.
“Maar met onze manier van boeren ben ik zielsgelukkig en dat gun ik anderen ook.”
Ruilverkaveling
Die manier van boeren is niet alleen haar eigen verdienste. Het begon al in 1977, toen er een ruilverkaveling was in de regio Gaasterland. Welmoeds vader Sierd Deinum en zijn vrouw Joke Ensing besloten toen om een nieuwe stal te bouwen, midden in het land. Een flink stuk verwijderd van de oude ‘pleats’ aan de rand van het dorp Sondel, waar ze in eerste instantie bleven wonen. Tien jaar na de koeien verkasten ze zelf ook naar de nieuwe plek, die vandaag de dag de naam Graasboerderij draagt. Sierd en Joke kregen kinderen (naast Welmoed ook dochters Regina en Akke en zoon Bate) en werden zich steeds bewuster van hun relatie met de natuur en de aarde. Ze gingen biologisch eten en pasten hun filosofie meer en meer toe op de melkveehouderij. Eind jaren negentig verdwenen de kunstmest en chemische bestrijdingsmiddelen van het bedrijf. Ze waren klaar om de officiële stap naar een biologisch melkveebedrijf te maken.
Zuivelfabriek
Maar geen enkele zuivelfabriek wilde destijds extra biologische melk, dus de Deinums moesten tot 2006 wachten met omschakelen. Vanaf 2008 waren ze officieel biologisch leverancier bij FrieslandCampina. De voor hen logische volgende stap naar biologisch-dynamisch volgde in 2012. Toen klopte zuivelcoöperatie Rouveen aan. Die zag de afzet van BD-zuivel groeien en verwelkomde het bedrijf graag als nieuwe leverancier. Inmiddels is Welmoed Deinum ook actief als Jongerencollege-lid van deze zuivelcoöperatie, die zich toelegt op de productie van diverse kaassoorten voor evenzovele niches in de markt.
Hoorns
Het dynamische van BD betekent onder andere dat hun koeien weer hoorns hebben, dat er een speciale uitloop voor de dieren is bij de stal en dat er wordt gewerkt met preparaten die in koeienhoorns worden begraven om ze vervolgens uit te strooien over het land om de bodemvruchtbaarheid te verbeteren. Er wordt soms wat lacherig gedaan over dergelijke methoden, waarvan het precieze effect lastig is aan te tonen. Welmoed stelt nuchter vast: “Sommige dingen zijn lastig te vatten, maar in de praktijk goed te doen.” Het belangrijkste effect voor haar is dat alles op de boerderij in het ritme en de snelheid van de natuur plaatsvindt.
“Daardoor neem je alles bewuster in je op en doe je de dingen met aandacht.”
Haar aandacht gaat vooral uit naar de 80 Fries Hollandse melkkoeien, die acht tot negen maanden per jaar buiten lopen. Dit traditionele koeienras is kleiner dan de Holstein-koeien op de meeste gangbare bedrijven, produceert niet alleen melk maar ook vlees (dubbeldoel) en kan met een sober dieet van louter gras prima melk produceren. “Het zijn sterke beesten die op basis van ons kruidenrijke grasland ongeveer 6.000 liter melk per jaar produceren. En als we een koe slachten hebben we daarvan een mooie opbrengst aan vlees”, vertelt Welmoed. Om de koeien van voldoende voedsel te voorzien heeft het bedrijf 55 hectare grasland en 23 hectare natuurland in gebruik. “We zitten vlakbij het IJsselmeer en hebben hier vrijwel elke grondsoort die je kunt bedenken: leem, zand, klei en veen. Elk plekje heeft zijn eigenaardigheid en daarmee proberen we zo goed mogelijk rekening te houden in ons graslandbeheer.”
Melkprijs
De melk van de koeien brengt een mooie melkprijs van ongeveer 60 cent per liter op. De BD-melkprijs ligt standaard ongeveer 5 cent boven die van biologische melk. En die laatste is gemiddeld 10 cent hoger dan die van gangbare melk. Net zo belangrijk als de hogere melkprijs is voor Welmoed en haar familie de lage kostprijs die zij realiseren. Ze voeren vrijwel geen externe inputs aan op hun graasboerderij. Hoofdzakelijk gaat het om diensten van een loonwerker, de KI-service die sperma van hun eigen stieren opvangt om de koeien te kunnen insemineren of de mobiele kaasmaak-service die een deel van hun melk tot rauwmelkse kaas verwerkt. “We houden per liter ongeveer 30 cent over, dus we halen een goed inkomen uit ons bedrijf”, aldus Welmoed.
Nieuwe boer
Welmoed en haar ouders zijn niet de enigen die leven van het bedrijf. Ook zus Regina doet mee, zij exploiteert de boerderijwinkel. Daar verkoopt ze zuivel (dagvers, boter en rauwmelkse kaas) en het vlees van de grasgevoerde runderen, aangevuld met lokale bio-groenten en kruidenierswaren.
Niet alleen de winkel laat zien dat het bedrijf kansen biedt voor meer mensen. In de periode 2008-2017 werkten de Deinums samen met een bevriend jong stel dat graag een boerderij wilde opzetten. Overname van een ouderlijk bedrijf was niet aan de orde; geen van beiden kwam van een boerderij. In maatschap met de Deinums werd een andere boerderij gekocht en geëxploiteerd. In tien jaar tijd konden de ‘nieuwe boeren’ voldoende opbouwen om die boerderij zelf te verwerven.
“Mijn ouders hebben deze jonge boeren kunnen helpen om hun eigen bedrijf op te zetten. Als buitenstaanders toetreden tot de landbouw kan dus wel, op basis van een goed verdienmodel.”
Toekomst
Of haar bedrijf model kan staan voor de toekomst van de melkveehouderij in Nederland durft Welmoed Deinum niet te zeggen. Wel is ze ervan overtuigd dat biologisch en BD in 2040 een groter marktaandeel zullen hebben. “Het is een goede manier om een redelijk inkomen te verwerven en draagvlak in de maatschappij te behouden.” Ze weet dat er steeds meer melkveehouders dezelfde kant op willen, maar vast zitten door bijvoorbeeld zware investeringslasten. “Er zou eigenlijk een transitiefonds moeten komen om ook voor deze collega’s de overstap mogelijk te maken.”
Daarnaast is het volgens Welmoed van belang om ook in de melkveehouderij true-pricing toe te passen.
“De import van grondstoffen voor krachtvoer en de CO2-uitstoot van kunstmest veroorzaken veel schade aan het milieu en de natuur. Die kosten moeten we meenemen in de kostprijs van de melk. Dan wordt biologisch en BD meteen veel aantrekkelijker.”
En wat moeten andere partijen in de zuivelketen doen om in 2040 een gezonde sector te realiseren? Welmoed begint bij de belangrijkste schakel: de consument. “Het gaat alleen lukken als mensen vaker biologisch eten kopen, omdat ze zich realiseren dat het een goede investering is in hun eigen gezondheid en in het milieu. Vaker bio-zuivel en dan maar één keer per jaar niet op vliegvakantie of niet elk seizoen nieuwe kleren. Dat scheelt meteen ook in je eigen uitstoot.”
Een andere belangrijke partij zijn de banken. “Ik denk dat die nu schichtig zijn voor ons soort bedrijven, ook omdat wij weinig omzet doen met de toeleverende agribusiness. Wij kopen geen krachtvoer of dure rietjes sperma bij de veefokkerij. In die bedrijven heeft de Rabobank wel veel geld zitten, dus het is voor hen belangrijk om dat overeind te houden”, aldus een kritische Welmoed.
De supermarkten kunnen helpen door alleen biologische producten aan te bieden. Als voorbeeld noemt ze de stap van PLUS om alleen biologische dagverse melk in de schappen te zetten.
De overheid moet sterker inzetten op grondgebonden kringlooplandbouw, met voeraankoop uit de eigen regio. En, minstens zo belangrijk, het agrarisch onderwijs moet veel meer aandacht besteden aan de kansen om met extensieve, biologische melkveehouderij een inkomen te verwerven.
Voor je kinderen
Voor Welmoed Deinum zijn het simpele principes die leiden tot een fijner leven in een gezondere wereld. Ze wil niemand de les lezen. “Ik weet dat niet iedereen even gemakkelijk dergelijke keuzes kan maken. Ik heb het geluk dat mijn ouders hier al vroeg mee zijn begonnen en daar pluk ik dagelijks de vruchten van. Misschien is dat ook wel een interessante overweging voor de huidige generatie. Mijn ouders zeggen vaak: als je het niet voor jezelf wilt doen, doe het dan voor je kinderen.”
Dit artikel is onderdeel van de reeks ‘Woordvoerders van de Toekomst’, die we met MaatschapWij en Jeen Akkerman maken en die mede mogelijk is gemaakt door het programma Duurzaam Door. Samen zetten we de visionairs die vooruit kijken én die nu al werken aan een gezonder voedsel- en landbouwsysteem in de spotlights. Lees ook het verhaal van Jessica den Outer, Rob en Jessie van Hattum, Alice Kramer, Machteld Huber, Joost van Schie, Mark Venner, Krijn Poppe, Anne van Leeuwen, Marjan Minnesma, Lucas Simons, Peter Oosterhof, Jannemarie de Jonge, Drees Peter van den Bosch, Dalila Sayd, Bregje Hamelynck en Geert van der Veer of lees hier het verhaal van Frederike Praasterink.