Skip to main content

Laat alle inwoners nadenken over de toekomst van hun leefomgeving

Water en bodem sturend, jazeker. Maar waarom nog praten over een markt? Over productie en productiewaarde? Nog altijd ga je dan uit van de meerwaarde die onze leefomgeving ons in economische zin kan geven. En ons bestaat dan uit het volgende rijtje: boeren, grondbezitters, natuurbeheerders, overheden. De lokale bevolking heeft het nakijken. Is het niet altijd zo geweest en nog altijd zo?

Waarom nog altijd landbouw en -transitie bovenaan het wensenlijstje plaatsen? We hebben in Nederland weliswaar een zeer efficiënte, agrarische exportcultuur maar moeten we in ons kleine landje, nu we nijpend tekort hebben aan woonruimte en natuur, niet eens gaan denken aan het opheffen van intensieve landbouwgrond ten behoeve van meer woongenot? In het buitengebied wonen 5 miljoen Nederlanders en 50.000 boeren. En nog altijd heeft de boer voorrang boven alle andere bewoners. Intensieve landbouw, waarbij chemie de boventoon voert pas niet meer in deze tijd. Laten we met al onze kennis gidsland worden voor een andere vorm van landbouw.

Vervolgens is er nog een ander aspect dat met het marktdenken–gebiedsgericht of niet–welhaast vanzelfsprekend over het hoofd wordt gezien: wij staan niet in het middelpunt. Wij horen thuis in een lange rij van gebruikers van de aarde en als we dus spreken over meer woongenot dan is het zaak om ook aan andere bewoners dan de mens te denken. Het fenomeen dat de natuur een stem krijgt, rechten krijgt, is gelukkig een snelgroeiende loot aan de regeneratieve boom, waardoor meer mensen zich bewust worden van onze plek op deze planeet. Een plek die we moeten delen, gewoonweg omdat alles met alles verbonden is.

Water en bodem en bewoner sturend. Dat is waar wij als De Groene Sprong het graag mee eens zijn. Daarvoor is een langetermijnvisie nodig waarin we de heilige huisjes ter discussie stellen. We zullen vragen moeten stellen die vanuit de sector zelf nooit gesteld zullen worden simpelweg omdat het slechts weinigen gegeven is aan de poten van de eigen stoel te zagen. Gebiedsprocessen, waarbij toch weer de boer en diens transitie bovenaan staan, werken eerder verstoppend dan dat ze een heldere toekomst voor ons platteland bieden.

Laten we het volgende als startpunt nemen: hoe willen we dat ons land over 30, 40, 50 jaar is ingericht? Hoe willen we ons als mens verhouden tot de andere ‘bewoners’? Wat is het meest dienend aan welzijn en gezondheid van de bevolking, het water én de bodem? O, en natuurlijk laten we vooral de inwoners zelf aan het woord: burgers en burgercollectieven (die al verantwoordelijkheid nemen voor iets wat groter is dan henzelf).

We geven een aantal indicatieve vragen:

  • Blijven we stug bouwen onder de zeespiegel, in de verwachting dat het allemaal wel meevalt of gaan we de hogere gronden opofferen voor woningbouw?
  • Blijven we industrie ongelimiteerd ruimte geven of dwingen we bedrijven zuiniger met m2’s om te gaan, bijvoorbeeld door ook in de hoogte te bouwen?
  • Welke ruimtelijke maatregelen gaan we nemen om zuiniger te zijn op onze zoetwatervoorraden?
  • Maar ook: moeten we nog wel ruim 60% van ons landoppervlakte gebruiken voor hoofdzakelijk intensieve landbouw, wetende dat het in het algemeen een matig renderende bedrijfstak is. Zouden we als land niet veel beter af zijn als we het platteland aantrekkelijker maken voor toerisme. Nu andere landen door klimaatverandering en heftiger weer onaantrekkelijker worden liggen hier kansen.

De Groene Sprong gaat in een drietal pilotgebieden van elk zo’n 225 km2 (15 x15 km) samen met de inwoners kijken of we zo’n proces kunnen invullen: #PROJECT15X15. Wat willen we en wat willen we liever achter ons laten? Het wordt geen vrijheid blijheid discussie want een bepaalde weg inslaan betekent ook dat je een verantwoordelijkheid hebt oplossingen te vinden voor datgene wat je achter je wilt laten. Minder industrie? Waar gaan we dan ons geld mee verdienen? Minder landbouw? Wat gaan we dan doen met de vrijkomende gronden?

In de voorbereiding hebben we al nagedacht hoe we praktische maatregelen kunnen nemen om de leefomgeving in Nederland op de lange termijn aantrekkelijker en groener te maken (zie: degroenesprong.nl). Twee uitgangspunten zijn daarbij leidend: 1. Biodiversiteit kun je op elke plek in Nederland verbeteren en 2. Biodiversiteit op orde brengen is een verantwoordelijkheid van iedereen en niet alleen van bijvoorbeeld boeren, natuurbeschermers en overheden. Dat laatste is misschien wel het grootste verschil bij onze aanpak: maak zorgdragen voor biodiversiteit–en daar valt een gezond bodem- en watersysteem ook onder– gewoon. Net als dat je alle inwoners laat nadenken over de toekomst van hun leefomgeving.

 

Franke Remerie is initiatiefnemer en voorzitter van het bestuur van Stichting De Groene Sprong Nederland. Tevens is hij oprichter van Land van Ooit.

 


 

Meer informatie Over De Groene Sprong is te vinden op:

Website:                       degroenesprong.nl

Linkedin pagina:         LinkedIn

Instagram posts:         https://www.instagram.com/degroenesprong/

Op deze pagina plaatst TcV ook gastcolumns. Hieronder verstaat TcV columns die volledig onder verantwoordelijkheid van en door de auteur zijn geschreven zonder inhoudelijke of redactionele betrokkenheid van TcV. TcV wil met de gastcolumns een inkijkje geven in meningen van derden ter inspiratie en voor verdere discussies.

Zo geeft Franke Remerie in onderstaande gastcolumn zijn mening over gebiedsprocessen. Het is een prikkelend pleidooi om inwoners meer invloed te geven op hun leefomgeving.