Met als uitgangspunt dat de bodem en het watersysteem bepalend zijn voor hoe ons land wordt ingericht, is de afgelopen jaren een begin gemaakt met de zogenaamde gebiedsgerichte aanpak. Met die aanpak wordt ook bepaald waar welk type landbouw het beste past: hoog productief op vruchtbare klei en extensief op schrale zandgronden. Mijn advies aan het nieuwe kabinet is: ontwikkel deze benadering verder. Ze bestrijdt de grote invloed van industriële belangen, brengt de landbouw weer dichter bij de mensen en plaatst de boer weer aan het roer.
Het proces naar een gebiedsgerichte aanpak verloopt bepaald niet van een leien dakje. Alle actoren, van rijk tot provincie en van boeren tot andere ruimtegebruikers, zijn op zoek naar hun nieuwe rol. Ook het ontwikkelen van passende instrumenten waarmee we zowel klimaat- en natuurdoelen bereiken als onze boeren perspectief bieden kost veel moeite. De worsteling met een effectieve stikstofaanpak laat zien hoe moeilijk dit is. Maar dat is niet vreemd en het mag ons zeker niet ontmoedigen. Het gaat bij de gebiedsgerichte aanpak immers om fundamenteel andere prioriteiten dan bij een vooral op volume en ketens gericht landbouwbeleid zoals dat vanaf de jaren vijftig in de vorige eeuw centraal stond. Zo’n zoekproces is maatwerk en kost nu eenmaal tijd.
Sociaal culturele factoren
Een groot verschil is dat bij gebiedsprocessen sociaal culturele factoren een bepalende rol spelen. De participatie van de mensen uit het gebied (boeren en andere landgebruikers), de identiteit van de regio en het onderlinge gesprek over waar we met het gebied naartoe willen staan in deze aanpak voorop. En dat is heel anders dan bij een op volume, kostprijs, export en ketens gerichte aanpak, waar de beslissingen en de invloed vooral in handen zijn van grote partijen met vaak heel andere belangen dan de mensen in de regio.
Dichter bij de mensen
Willen we landbouw en voedsel weer dichter bij de mensen brengen – en dat is toch wat zowel onze boeren als vele burgers en vele politici willen – dan moeten we de gebiedsgerichte aanpak met vereende krachten blijven door-ontwikkelen. Met een nieuwe minister van Landbouw en Natuur die een groot pleitbezorger is van de term door-ontwikkelen en een kabinet dat de boer weer aan het roer wil zou dat toch een logische keuze moeten zijn. De Transitiecoalitie Voedsel bepleit deze beleidslijn al jaren en zal zich hiervoor ook in de komende periode blijven inzetten. Omdat wij dit zien als een heel belangrijk spoor in de transitie (en dat is toch iets anders dan doorontwikkeling) naar een toekomstbestendige landbouw en een vitaal platteland met een rijke natuur. Op weg naar een land waar boeren en burgers zich weer gezien en gehoord voelen.
Willem Lageweg
Transitiecoalitie Voedsel
26 juni 2024