Skip to main content
Nieuws

Jan Buining over Nutriscore

Geschreven door 17 december 2019oktober 21st, 2021No Comments
Transitiecoalitie voedsel

Het wetenschappelijk comité dat Nutriscore gaat evalueren, heeft een grote kans. Dit is het moment om het voedingsaanbod te sturen in een richting die voor iedereen beter is. Onbewerkte voeding verdient extra positieve aandacht, zodat de kleuren op de logo’s écht iets zeggen over hoe gezond een product is. Jan Buining deelt zijn pleidooi. 

Staatssecretaris Paul Blokhuis kondigde onlangs aan de Nutriscore te willen invoeren. De Nutriscore is een dappere poging om overzicht te krijgen in het woud van voedselkeuzelogo’s. Eén overzichtelijke manier om te zien of een product gezond is of niet, is nuttig. Toch was er in de aanloop van de Nutriscore vanuit de industrie en de wetenschap veel commentaar. De rekenmethode achter de Nutriscore geeft namelijk merkwaardige uitkomsten. Een reeks algemeen ongezond geachte producten scoorde een groene A. Logisch dus dat Blokhuis de invoering uitstelt tot na de herziening van het rekenmodel.

Dat is een kans voor de wetenschappers die met de herformulering van het algoritme belast zijn. De Nutriscore is namelijk niet alleen een gids voor de consument, maar ook een kompas voor productontwikkeling in de voedingsbranche. De onderzoekers zouden er goed aan doen niet direct in details van de puntentoekenning te duiken. Belangrijker is het om eerst stil te staan bij hoe voedingsproducten tot stand komen.

Weeffout in voedselproductie
De producten die in onze supermarkten liggen, zijn voor het overgrote deel een rechtstreeks overblijfsel van een weeffout in onze voedselproductie. Die begon in de naoorlogse jaren, toen de Europese landbouwpolitiek erop gericht was om eerst en vooral voldoende voeding voor de eigen bevolking te produceren. Kwantiteit voor kwaliteit zogezegd. Energie, calorieën dus, was belangrijker dan voedingswaarde. De schaarsere voedingsstoffen die waardevol zijn voor het menselijk lichaam, werden een ondergeschoven kindje. Daar komt maar heel langzaam verandering in.

De weeffout komt nog sterker tot uiting in de volgende schakel van de keten: de voedselverwerkende industrie. Zo succesvol als de boeren waren in het verbouwen van energierijk voedsel, zo goed lukte het de industrie om uit dat voedsel enkele grondstoffen te extraheren die perfect verwerkt kunnen worden in goedkoop, energierijk voedsel. Meer dan de helft van ons huidige eetpatroon bestaat uit zulke bewerkte grondstoffen. Denk aan suiker, zetmeel, bloem, plantaardige olie. Het zijn concentraten van voedingstoffen die mensen nu te veel binnenkrijgen.

Waardevolle voedingsstoffen
De industriële bewerking voor het verkrijgen van die grondstoffen behelst ook dat juist de waardevolle voedingsstoffen zoals vezels, eiwitten, mineralen en vitamines worden afgevoerd. Wat overblijft is voeding die hoog calorisch is in vergelijking met de werkelijke voedingswaarde. Koolhydraten en vetten verzadigen in verhouding tot hun caloriewaarde slecht. Dit in tegenstelling tot bijvoorbeeld vezels en eiwitten. Een belangrijk feit voor iedereen die de strijd wil aanbinden met overgewicht. Verzadiging als wapen werkt vaak beter dan pure discipline.

De samengestelde producten zijn niet alleen energierijk maar ook goedkoop. Voor de consument is dit op korte termijn interessant, maar bepaald ongunstig voor de volksgezondheid op de lange termijn. Goedkoop wordt duurkoop zodra je de ziektekosten meerekent.

Eenmalige kans
Deze beschouwing vanuit de grondstoffenkant, laat zien dat we in het kader van de volksgezondheid moeten streven naar een eetpatroon met minder, of zelfs zonder bewerkte grondstoffen. Dat kan ruwweg het dubbele opleveren aan voedingsstoffen die juist wel veel waarde per calorie bieden. Dat is kennis die bij het herdefiniëren van de Nutriscore ter harte genomen zou moeten worden.

Door het algoritme op deze manier te voeden, ontstaat een eerlijker beeld dat de consument verder helpt in diens streven naar een gezondere leefstijl. De wijze waarop de punten in het huidige systeem worden verdeeld, is te simplistisch. Niet elke calorie is slecht, niet alle vetten zijn ongezond. Het is maar net in welke grondstof het opgeslagen ligt.

Een algoritme met als basis, de ontmoediging van het gebruik van bewerkte grondstoffen, kan het aanbod van voedingsmiddelen de gezonde kant op duwen. Het is in de huidige obesogene omgeving lastig om goede producten te herkennen. Ze zijn er ook veel te weinig.

Een eerlijk rekenmodel van de Nutriscore kan het voedingsaanbod de juiste richting in sturen. Dat is een eenmalige kans die niet gemist mag worden.