Kringlooplandbouw, eerlijke prijzen en True Cost zijn alleen mogelijk via drastische hervorming van het huidige Europese landbouw- en vrijhandelsbeleid
Tijdens de bijeenkomst van de Transitiecoalitie Voedsel in Kamerik (op 4 december 2018) gaf ik een korte presentatie over hoe te komen tot kostendekkende prijzen aan boeren én prijzen aan de consument waarin alle milieu-, sociale en milieukosten zijn geïnternaliseerd. Met dat laatste houdt ook de themagroep True Cost zich bezig. Hierbij een uitgebreidere bespreking van dit alternatief, met eerst een historische terugblik.
Het huidige Europese Gemeenschappelijke LandbouwBeleid (GLB) is sinds 1992 een rechtstreekse afgeleide van de afspraken die de EU en de VS maakten op weg naar de Wereldhandelsorganisatie WTO (1995). Destijds werd afgestapt van stabiele en kostendekkende prijzen aan boeren, naar lage en onstabiele prijzen. Dit onder protest van oud- en toekomstig ministers van Landbouw Mansholt en Veerman. [i] Ter compensatie worden nu genieriek Europese hectaresubsidies verstrekt, met als voorwaarde enkele zwakke milieueisen. De Europese Rekenkamer concludeerde in 2017dat de gewenste vergroening is mislukt. Er kan ook nooit sprake zijn van kringlooplandbouw als de kraan open staat door de grootschalige import van soja. En ondertussen gaat teruggang van het aantal boeren alsmaar door. De komende hervormingen van het GLB na 2021 bieden een uitgelezen kans om terug te keren van deze neoliberale dwaling van de afgelopen 25 jaar. Een alternatief beleid zou kunnen bestaan uit de volgende maatregelen:
- Europese productiebeheersing binnen de akkerbouw en gehele veehouderrij, waarbij het aanbod wordt afgestemd op de vraag, vergelijkbaar met de in 2015 afgeschafte melkquotering. Dit voorkomt dumping in ontwikkelingslanden en zorgt voor stabiele prijzen aan de Europese boer.
- Om een zo groot mogelijke Europese zelfvoorziening van voedsel en veevoer mogelijk te maken zijn importheffingen nodig op al die producten waarvoor in Europa alternatieven kunnen worden geproduceerd. Met importheffingen op met name soja en palmolie, krijgt Europese teelt van plantaardige eiwit- en oliegewassen eindelijk een kans. Pas dan kan er werkelijk sprake zijn van kringlooplandbouw. Deze marktbescherming voorkomt tevens dat er producten worden geïmporteerd die die niet aan de maatschappelijke eisen voldoen die wel gelden voor Europese boeren, en dus leiden tot oneerlijke concurrentie. Bijvoorbeeld legbatterij-eieren uit Oekraïne.
- Als genoemde maatregelen worden ingevoerd krijgen boeren weer kostendekkend betaald, en kunnen binnen het GLB de huidige Europese hectaresubsidies verdwijnen. Een minderheid van boeren krijgt wel betaald voor groene diensten die zij levert aan de samenleving en die in lijn liggen met de klimaat-, biodiversiteits- landschaps- en natuurdoelstellingen. Te denken valt aan agro-ecologische landbouw en het verhogen van organische stof in de bodem, om zo broeikasgassen op te slaan. Het GLB-budget wordt zo veel effectiever ingezet.
- Doordat (via importheffingen) oneerlijke concurrentie wordt uitgeschakeld, kunnen de Europese milieu- en dierenwelzijnseisen aan de boeren zelfs verhoogd worden. Er kunnen dan ook vergaande Europese ecotaksen worden ingevoerd op fossiele brandstoffen, kunstmest en bestrijdingsmiddelen. Dit zorgt voor een zo lokaal mogelijke voedselproductie binnen Europa en is een effectieve energiebesparings- en klimaatmaatregel. De bijmengplicht van (geïmporteerde) biobrandstoffen dient ook te verdwijnen.
- Via verandering van het mededingingsbeleid dient de oneerlijke marktmacht van (detail)handel en verwerkende industrie ten opzichte van de boer worden aangepakt. Hierdoor wordt het verschil tussen consumenten- en boerenprijs zo klein mogelijk.
Door deze maatregelen zal het verschil in prijs en kwaliteit tussen gangbaar en biologisch voedsel kleiner worden. De internalisering van alle milieu- en dierenwelzijnskosten in de consumentenprijs kan zo gecombineerd worden met kostendekkende prijzen aan boeren. Het Europese beslag op schaarse hulpbronnen in the Global South (voor teelt van soja, palmolie en biobrandstoffen) wordt drastisch verminderd, waardoor er meer ruimte voor lokale voedselproductie komt en de Europese bijdrage aan natuurvernietiging wordt gestopt. Doordat de Europese dumping stopt krijgen boeren in Afrika hun lokale voedselmarkten terug om hun bevolking te voeden, in plaats van te migreren naar sloppenwijken en/of Europa.
Guus Geurts
Auteur van ‘Wereldvoedsel – Pleidooi van een rechtvaardige en ecologische voedselvoorziening’
Tevens:
– Bestuurslid Platform Aarde Boer Consument www.aardeboerconsument.nl ;
– Coördinator TTIP, CETA en landbouw-coalitie, http://handelanders.nl/ttip-2-0-onderhandelingen-en-visie-op-landbouw/;
– Lid kerngroep Voedsel Anders Nederland, www.voedselanders.nl.
[i] Uit hun artikel in NRC (1991) ‘Liberalisering doet boer en milieu de das om; Voedsel wordt niet goedkoper als de prijzen dalen; Voorgestelde beleid leidt tot willekeur als ook tot fraude’ : ‘Markten van belangrijke landbouwproducten kunnen niet zonder een zekere regulering. Die is onmisbaar om de omschakeling van de landbouw op milieuvriendelijke productiemethoden, die kostenverhogend zullen werken en het leefbaar houden van het platteland, mogelijk te maken.’
Zie: https://www.nrc.nl/nieuws/1991/10/15/liberalisering-doet-boer-en-milieu-de-das-om-voedsel-6983662-a1209605