28 april 2023 door Jeen Akkerman
“Minder koeien. Of meer grond.” Peter Oosterhof antwoord kort en duidelijk op een lastige vraag. Hoe ziet zijn melkveebedrijf in het Drentse Foxwolde er in 2040 uit, zo willen we weten. Het wordt extensiever. En dat gaat gelden voor het grootste deel van de melkveehouderij. Met een rijker bodemleven, minder stikstofverlies en uitstoot van CO2 en met meer natuur in de landbouw. En met melkveehouders die weer baas zijn over hun eigen situatie, iets wat zeker Peter aanspreekt.
Verdienmodel
Dit systeem gaat de draagkracht van het milieu te boven. En het is ook geen houdbaar verdienmodel, zoveel ervaren ook melkveehouders. Het levert voor velen geen goed inkomen op. Alleen in jaren met een extreem goede melkprijs zoals in 2022 blijft er misschien voldoende over. Gemiddeld over de jaren stijgen de kosten van al die inputs harder dan de opbrengsten, zodat alleen verdere schaalvergroting (tijdelijk) uitkomst kan bieden. Dat betekent veelal nog meer externe financiering, die ook niet gratis is. Veel veehouders erkennen het mechanisme, maar zien geen mogelijkheid eruit te breken… omdat ze zich met handen en voeten gebonden weten aan banken en/of leveranciers die hen (hopelijk) blijven financieren.
Fossiel
Bij Peter begon het kwartje te vallen in 2015. Hij gooide het over een andere boeg vanuit de overtuiging dat we in de landbouw, evenals in de rest van de samenleving, af moeten van fossiele grondstoffen.
‘Je moet dus stoppen met kunstmest, want de productie daarvan kost enorme hoeveelheden gas. De grote kunstmestfabrieken staan steevast bovenaan in de rijtjes van grote verbruikers van fossiele brandstoffen en van de uitstoot van vervuilende stoffen zoals stikstof”, legt Oosterhof uit.
In feite is de huidige melkveehouderij grotendeels vergelijkbaar bezig: grasland met een monocultuur van Engels raaigras wordt tot hoge opbrengsten gebracht met kunstmest, koeien met een eenzijdige aanleg voor de hoogste melkproductie halen dat alleen met grote hoeveelheden aanvullend krachtvoer.
“Dat krachtvoer veroorzaakt ook een enorme uitstoot en natuurvernietiging; een groot deel van de grondstoffen is afkomstig uit Brazilië waar regenwoud is gekapt voor de teelt van soja. En natuurlijk is ook het grootschalige gesleep met deze eiwit-grondstoffen over de oceanen verre van duurzaam.”
Geen korrel meer
Tot zover de kritische analyse. Hoe heeft Peter zijn bedrijf aangepast? Op al zijn grond (60 hectare grasland bij de boerderij en 30 hectare gepacht natuurreservaat verder weg) strooit hij geen korrel kunstmest meer. De bemesting van zijn bodem – grotendeels zand en veen met een enkele kleikop – verzorgen de melkkoeien, die maximaal buiten grazen. Zijn 120 beesten liepen afgelopen jaar 300 dagen in de wei en gingen dit jaar al half februari weer naar buiten. Het is een mooi gezicht: een kudde met kleurschakeringen van wit naar rood, grijs, bruin en zwart. Peter kiest er namelijk voor om in te kruisen met meer op de vleesproductie gerichte rassen zoals Fleckvieh. “Zo krijg je een veestapel die tegen een stootje kan. En, nog belangrijker, die heel goed is in het omzetten van gras in melk.” De melkproductie is dan ook geconcentreerd in de maanden dat er veel vers gras is. In de winterperiode voert de melkveehouder kuilgras dat is gewonnen in het gepachte natuurgebied “Je zou het ook rotzooi kunnen noemen, het heeft namelijk weinig voedingswaarde”, aldus Oosterhof. Zijn sterke koeien komen er de winter mee door en kalven vroeg in het voorjaar af om vervolgens met vers gras melk te produceren.
Mest
Omdat de koeien het grootste deel van het jaar buiten lopen, brengen ze veel mest op het land. “Alles wat mijn koeien in de wei achterlaten, hoef ik niet uit te rijden. Nog belangrijker is dat de mest zo een enorm positieve uitwerking heeft op de bodem.” De mestflatten in het grasland, dat Peter met een kruidenrijk grasmengsel inzaait, stimuleren het bodemleven en dragen bij een hoger gehalte organische stof. “Daarmee hebben we in een paar jaar tijd een bodem gemaakt met een veel rijker leven, die meer koolstof kan bergen en die als een spons werkt voor meer waterberging”, aldus een enthousiaste Oosterhof.
Het rijke bodemleven is de basis voor grasgroei en melkproductie. Maar ook Oosterhof kan niet zonder krachtvoer. Hij heeft de gift wel drastisch omlaag gebracht, naar 1.250 kilogram per dier per jaar. Gemiddeld in de Nederlandse melkveehouderij ligt het op zo’n 2.500 kilogram per koe. “Helemaal stoppen met krachtvoer lukt mij niet, omdat de extra grond die daarvoor nodig zou zijn te duur is.”
Biologisch
Al binnen enkele jaren bleek zijn aanpak te passen in de spelregels voor biologische landbouw. Sinds 2018 is Oosterhof gecertificeerd en ontvangt hij de (hogere) biologische melkprijs. “Dat is natuurlijk prima, maar mijn overtuiging is niet de eko-landbouw. Ik wil met de natuur meewerken in plaats van ertegenin. Want dat leidt tot allerlei negatieve neveneffecten, zoals milieuvervuiling. Om die op te heffen bedenken we traditioneel allerlei aanpassingen. End-of-pipe oplossingen, die feitelijk symptoombestrijding zijn. Maar het jaagt de melkveehouders wel op steeds hogere kosten, zonder dat het de oorzaak van het probleem aanpakt.” Als voorbeelden van dergelijke aanpassingen noemt Peter emissie-arme stalvloeren (die in de praktijk lang niet zo emissie-arm blijken als op papier berekend), luchtwassers, mestinjecteurs, additieven en ‘stikstof-krakers’.
“De bedrijven die dit leveren verdienen goed aan een lek systeem. Over de rug van de boer, want die schiet er uiteindelijk niks mee op.”
Lagere kosten
Oosterhof is ontsnapt aan de rat-race en voelt zich weer meester over zijn eigen situatie. Maar kan het ook uit? Want hij heeft minder melktypische koeien die minder voedingsstoffen binnen krijgen. Zijn melkproductie is dus lager? “Jazeker, maar we beuren een goede melkprijs”. Is dat voldoende? Niet helemaal, maar er is een minstens zo belangrijk effect. “Onze kosten zijn veel lager dan op een traditioneel melkveebedrijf. Tel maar op: geen kunstmest, veel minder krachtvoer, een lagere rekening van de veearts en zo kan ik nog wel even doorgaan.” Hoe ontwikkelde Peters inkomen zich sinds 2015, toen hij het roer omgooide? “Alle afgelopen zeven jaar heb ik een hoger inkomen gehad dan daarvoor. Het is dus zeker een interessante optie; ook al besef ik me dat dit niet voor alle bedrijven is weggelegd.”
Natuurbeheerder
Hij realiseert zich dat zijn aanpak neerkomt op een totaal andere manier van boeren.
“Bij ons draait het om het in cultuur brengen van natuurlijke processen. Eigenlijk ben ik nu geen boer meer, maar een voedselproducerende natuurbeheerder.”
Dat hij daarmee succesvol is, wordt ook geïllustreerd door de reactie van een ecoloog die zijn bedrijf bezocht. “Hij zei dat er ecologisch gezien op mijn land meer te beleven is dan in het natuurgebied dat aan ons land grenst.” Een mooi compliment. “En op onze manier kost het beheer geen klauwen met geld, terwijl het wel eerlijke en goede voeding oplevert”, voegt Peter eraan toe.
Belangstelling
Hoewel zijn werkwijze radicaal breekt met decennialang intensiveren in de melkveehouderij, merkt Oosterhof dat meer en meer collega’s positieve belangstelling tonen. “Er is echt wat aan het bewegen. Ook overtuigde vol-gas boeren beginnen nu te twijfelen.” Kan de overheid hier op inspelen om de transitie naar een meer natuur-inclusieve melkveehouderij te faciliteren? Volgens Oosterhof is dat veel minder ingewikkeld dan het huidige gedoe met stikstofnormen, natuurkaartjes en discussies over onteigening. “Kies voor een verbod op kunstmest en een bovengrens aan de krachtvoergift. Niet verplicht, maar als voorwaarde voor een beloning die elke melkveehouder graag wil: vrijgesteld worden van alle nieuwe verplichtingen die alleen maar symptomen bestrijden en kosten verhogen.”
Zonnepaneel
Een welgemeend advies aan belangenbehartigers en beleidsmakers, van een man die na een uurtje praten steeds meer op zijn stoel begint te schuiven. “Kom, we gaan naar buiten. Dan laat ik je zien waar de oplossing begint.” We stappen in de elektrokar van Oosterhof en sjezen van perceel naar perceel. Achterin liggen een paar appelboompjes, die gaat hij vandaag nog planten. Samen met de andere bomen die de afgelopen jaren spontaan opduiken langs de randen van de percelen en door Oosterhof worden gekoesterd: schaduw voor zijn koeien en een extra bron van biodiversiteit. Op elk perceel steekt hij de schop in de grond en keert de zode om. Tientallen regenwormen krioelen in de bodem. Lachend kijkt Peter Oosterhof ons aan. “Dit is waar ons gras van groeit. Gras waar we melk van maken. Gras dat zonlicht omzet in koolstof, eiwitten en energie. Er is geen beter zonnepaneel dan dit gras.”
MELKVEEHOUDERIJ IN 2040 volgens Peter Oosterhof
- gezonde bodem als basis
- geen kunstmest
- minder krachtvoer
- sterke koeien
- boer minder afhankelijk van toeleveranciers
- inkomen op peil door lagere kosten
“Er is geen beter zonnepaneel dan dit gras”
Dit artikel is onderdeel van de reeks ‘Woordvoerders van de Toekomst’, die we met MaatschapWij en Jeen Akkerman maken en die mede mogelijk is gemaakt door het programma Duurzaam Door. Samen zetten we de visionairs die vooruit kijken én die nu al werken aan een gezonder voedsel- en landbouwsysteem in de spotlights. Lees ook het verhaal van Jannemarie de Jonge, Drees Peter van den Bosch, Dalila Sayd, Bregje Hamelynck en Geert van der Veer of lees hier het verhaal van Frederike Praasterink.