Minister Staghouwer kwam in de voedselevaluatiebrief met de visie 50/50 plantaardig/dierlijk in ons eetpatroon in 2030. Nu is het zaak om tot concrete invulling te komen. Tijdens het Plant the Future diner op 13 oktober zal dit dan ook onderwerp van gesprek zijn. Hoe gaan we die 50/50 halen? En wie moet daarin welke rol pakken? We nemen nu al een voorzet om deze vragen te beantwoorden en gaan met de sponsoren van het Plant the Future diner in gesprek. Wij zijn geïnteresseerd in wat zij als hun rol zien in de eiwittransitie. Ook vroegen wij hen naar het tienpuntenplan. Het plan dat met input van het Plant the Future diner in 2021 gevormd is. Met welke punten zijn zij aan de slag gegaan? En waar ligt nog een uitdaging?
Vandaag worden we bijgepraat door André Hoogendijk, directeur van BO Akkerbouw, over de rol van de akkerbouw in de transitie naar een meer plantaardig eetpatroon.
BO Akkerbouw is een ketenorganisatie. Het is een koepel van 12 verenigingen, coöperaties en organisaties die actief zijn in de akkerbouw. BO Akkerbouw vertegenwoordigt hiermee het hele speelveld: veredeling, teelt, handel en verwerking van akkerbouwproducten. Zowel telers en veredelaars van nieuwe rassen als kleine en grote verwerkers en handelsbedrijven worden vertegenwoordigd door de brancheorganisatie.
Met de campagne ‘De Akkerbouw Maakt Het’ wil BO Akkerbouw laten zien dat de sector gezonde en duurzame producten maakt. “De akkerbouw is bezig met duurzame teelten, het versterken van de biodiversiteit, de teelt van plantaardige eiwitten en er is veel innovatie dat leidt tot lekkere Nederlandse plantaardige producten.”
“De akkerbouw is bezig met duurzame teelten, het versterken van de biodiversiteit, de teelt van plantaardige eiwitten en er is veel innovatie dat leidt tot lekkere Nederlandse plantaardige producten.”
Klimaatagenda Akkerbouw
In 2018 heeft BO Akkerbouw een klimaatagenda opgesteld. André vertelt: “In het opstellen van deze agenda is er gekeken naar wat de akkerbouw kan doen voor het klimaat. Het ging hier vooral over klimaatmitigatie. Dus hoe kunnen we de uitstoot van broeikasgassen beperken? Wat bijvoorbeeld is opgenomen in de klimaatagenda, is de teelt van eiwitgewassen. Dat is gedaan met de gedachte dat je voor deze gewassen minder stikstof nodig hebt, daarmee minder (kunst)mest en daardoor een lagere carbon footprint en minder uitstoot van broeikasgassen.”
De eiwittransitie is belangrijk
André vertelt dat BO Akkerbouw vorig jaar bij haar leden heeft nagevraagd wat zij het belangrijkste vinden uit de Klimaatagenda Akkerbouw. De leden, van veredeling tot aan verwerking, kozen voor de eiwittransitie. Ieder is hier ook een eigen manier mee bezig. Wij vroegen André waarom dit onderwerp zo leeft. “Er komt van alles op de landbouw af. Onze leden zien daar kansen in. Je ziet dat bedrijven zich aanpassen. Veredelaars zijn bezig met het ontwikkelen van nieuwe rassen die goed in Nederland kunnen groeien, en telers vragen zich af: kunnen wij meer eiwitgewassen telen?”
Ook de verwerkers zijn er actief mee bezig. “Met name Cosun en Avebe werken eraan om eiwitten te halen uit bestaande teelten. Het gaat dan om suikerbieten en aardappelen, maar ook om nieuwe teelten zoals veldbonen. Vanuit de behoefte aan eiwit is het belangrijk om naast nieuwe eiwitgewassen ook te kijken naar de mogelijkheid om meer eiwit te winnen uit bestaande gewassen en uit reststromen. Op die manier kunnen we, zonder het areaal te vergroten, toch meer eiwit van de akkers halen.”
De eiwittransitie wordt volgens André ingezet als vliegwiel voor de verduurzaming van de landbouw. “De teelten dragen bij aan duurzaam bodembeheer en aan het vergroten van de biodiversiteit. Het is belangrijk voor de Nederlandse akkerbouw dat er een goed verdienmodel is voor de betrokken ketenpartijen. Zo kunnen wij perspectief bieden.”
“Het gaat erom dat je de eiwittransitie gebruikt als vliegwiel voor de verduurzaming van de landbouw”
Nederlandse grondstoffen
Er wordt ingezet op een shift naar meer plantaardige consumptie. “Dat is een verandering voor de consument. Wij zouden graag zien dat die plantaardige producten voor een groot deel uit Nederland komen. Je kunt natuurlijk zeggen, we halen sojabonen uit Canada, die eten we in Nederland en dan zijn we lekker bezig met de eiwittransitie. Maar als sector zeggen wij: we willen mee in deze transitie. Dat betekent dat we naar de Nederlandse teelten moet kijken”, aldus André.
Naast bonen noemt André tarwe als voorbeeld. “Voor ons brood halen we tarwe voornamelijk uit Frankrijk en Duitsland. We zien echter dat het mogelijk is om in Nederland zelf baktarwe te verbouwen.” BO Akkerbouw heeft daarom het initiatief ‘We gaan voor eigen graan’ opgezet. Hierbij wordt gekeken of we al het brood in Nederland van eigen tarwe kunnen maken. “In de hele keten vraagt dat wel om een omslag. Met alle ketenpartijen, van veredelaar tot supermarkt, hebben we om tafel gezeten”, voegt André toe. Hij beaamt dat het niet vandaag op morgen is geregeld. Daarnaast is het belangrijk om meerwaarde te creëren, die uiteindelijk ook bij alle schakels in de keten terugkomt.
Bean Deal
BO Akkerbouw was een van de initiatiefnemers van de Bean Deal, de Green Deal Eiwitrijke gewassen. Naast BO Akkerbouw hebben veel van haar leden de deal ondertekend: “Dat is omdat we de doelstelling onderschrijven. We willen naar meer plantaardig voedsel en willen ook dat de Nederlandse keten daarin meegaat.” De veldbonenburger van het Albert Heijn huismerk is volgens André en mooi voorbeeld. “Daar staat op dat die veldbonen uit Nederland komen. We kunnen onze eigen veldbonenburger maken. Dit is een eerste stap.”
De veldboon is volgens André een mooi gewas met een lage stikstofbehoefte, omdat het stikstof uit de lucht haalt. Bovendien is de veldboon een mooie teelt voor akkerbouwers in het bouwplan. André voegt toe dat het naast een mooi gewas natuurlijk wel de bedoeling is dat het voldoende oplevert voor de hele keten, zodat iedereen er wat aan verdient.
De rol van BO Akkerbouw
BO Akkerbouw probeert antwoord te bieden op de uitdagingen voor de akkerbouw. Een van die uitdagingen is dat de vraag naar eiwitteelten voor humane voeding vanuit Nederland nog beperkt is. BO Akkerbouw probeert hieraan te werken door verbinding te maken tussen de producenten en consumenten. “Het helpt dan natuurlijk ook om samen met veel verschillende partijen wat te gaan eten tijdens het Plant the Future diner.” Hij vult aan: “Wij willen laten zien wat de sector allemaal kan. Daarna leggen we de link naar de vraagkant. Maar ook andersom, als we een vraag horen, dan kunnen wij daar als sector op inspelen.”
“Het zou mooi zijn als de overheid specifiek in Nederland verbouwde en verwerkte producten inkoopt. Op deze manier steun je als overheid het verdienvermogen van de keten en de verduurzaming van de landbouw. Het is eigenlijk een hele makkelijke win.”
Tienpuntenplan
Een concrete oproep van BO Akkerbouw voor de politiek zou punt 5 uit het tienpuntenplan van Transitiecoalitie Voedsel zijn: ‘Geef als overheid het goede voorbeeld’. “Het zou mooi zijn als de overheid specifiek in Nederland verbouwde en verwerkte producten inkoopt. Op deze manier steun je als overheid het verdienvermogen van de keten en de verduurzaming van de landbouw. Het is eigenlijk een hele makkelijke win.”
Daarnaast ziet André een rol voor de overheid bij punt 9 van het tienpuntenplan: ‘Zorg voor wet- en regelgeving ter bevordering van de eiwittransitie en een gezonde en duurzame voedselomgeving’. “Je ziet dat eiwitteelten nog heel beperkt gestimuleerd worden, of eigenlijk nagenoeg nog niet, terwijl buurlanden dat wel doen. Dat is frustrerend voor telers. Als de overheid echt werk wil maken van de eiwittransitie, ga dan daarmee aan de slag”
“Je ziet dat eiwitteelten nog heel beperkt gestimuleerd worden, of eigenlijk nagenoeg nog niet, terwijl buurlanden dat wel doen. Dat is frustrerend voor telers. Als de overheid echt werk wil maken van de eiwittransitie, ga dan daarmee aan de slag”
Favoriete product uit de sector?
Het is duidelijk. De Nederlandse akkerbouw – van veredeling tot verwerking – werkt dagelijks aan duurzame plantaardige producten. Als we aan André vragen wat zijn favoriete product uit de sector is, krijgt hij het moeilijk. Er zijn immers tal van mooie producten. “Maar ik ben wel echt een koolzaad fan. Ik ben in de eerste plaats fan van het gewas zelf. Het staat prachtig op het veld, het draagt bij aan de biodiversiteit omdat het veel insecten en vogels aantrekt en het is goed voor de bodem. Het is een hele mooie teelt voor akkerbouwers en kan worden verwerkt tot koolzaadolie.” André zou dan ook iedereen willen adviseren om tussen alle olijfolie in de supermarkt te zoeken naar Nederlandse koolzaadolie. “Het is plantaardige olie en je steunt daarmee de Nederlandse teler.”