De omvang van de coronacrisis is ongekend. Werkelijk iedereen en alles wordt erdoor geraakt. Intussen beginnen de eerste lessen tot ons door te dringen. Zo ook bij mij. Graag wil ik die in deze column delen. Hoewel nog lang niet alles helder is zie ik toch al drie grote thema’s ontstaan die ons moeten helpen structureel weerbaarder te worden: diversiteit ipv intensieve monoculturen, gebiedsgericht werken ipv internationale ketenoptimalisatie en eerlijk rekenen (truepricing). Ik kom hier verderop op terug.
Mijn gedachten zijn input voor de campagne #TcVdenktmee. Deze campagne zijn we gestart om in de wereld van landbouw, voedsel, natuur en gezondheid ervaringen te delen en antwoorden te vinden. Voortbouwend op de persoonlijke verhalen die we via onze media communiceren werkt een speciaal gevormde TcV denktank inmiddels aan voorstellen voor beleid en overheid. We zullen die later dit voorjaar te presenteren.
De coronacrisis is de zoveelste crisis die ons leert dat we de natuur en de aarde niet oneindig en ongeremd kunnen blijven uitputten. De snelle klimaatverandering, het dramatische verlies aan biodiversiteit, eerdere grote virusuitbraken. Allemaal vertellen ze hetzelfde verhaal. En allemaal zijn ze met elkaar verbonden. We leven te intensief. Korte termijn genot en gemak gaan boven de lange termijn en volhoudbaarheid. Geld en materie zijn belangrijker dan waarden en zingeving. We stellen ego boven eco.
Deze leefstijl wordt ondersteund door mondiale ketens waarin specialisatie, technologie, lage prijzen, snelheid en macht leidend zijn. Die mix draait op volle toeren om ons te bedienen met gemak, genot en goedkope producten. Steeds sneller en sneller. In veel landen ondersteund door een neoliberale politiek met een overheid die veel aan de markt overlaat. Van alle crisissen is de coronacrisis de eerste die die wereld nu echt een halt toeroept. Bijna alle raderen staan stil. Iedereen is bang en onzeker. We worden allemaal gedwongen om opnieuw te gaan nadenken en dat is een groot voordeel bij de vele nadelen die deze ramp met zich meebrengt.
Kantelpunt
Wat er nu echt gaat gebeuren is nog gissen. Ik leef tussen hoop en vrees. We staan op een kantelpunt. Gaan we de wereld nu echt redden of zitten we in no time weer op het oude spoor? Komt er een echte omslag naar een andere samenleving of is het snel weer business as usual? Is wat ik wil ook hetzelfde als wat ik verwacht? Ik ben er nog niet gerust op. Natuurlijk zie ik heel veel energie en daadkracht bij initiatieven van onderop. Ik zie een sterke groei in systeemdenken, zowel in de praktijk als in de wetenschap. Als Transitiecoalitie Voedsel zijn we een exponent van die beide werelden. We leven ervan. Die beweging wordt absoluut sterker. Denk aan de groei van allerlei nieuwe duurzame landbouwconcepten, de vele korte keteninitiatieven, de versterkte interesse in gezonde voeding en de toenemende onderlinge solidariteit. Maar ik zie ook populisten die de macht grijpen. Ik zie grote financiële belangen met machtige lobby’s. Ik zie zoals zo vaak een sterke neiging naar veel technologische oplossingen die een universele hang naar controle ondersteunen. En ik weet ook dat gemak en genot hele sterke menselijke drijfveren zijn die niet zomaar verdwijnen.
Mijn eerste aanbevelingen
Wat staat ons te doen? Om te beginnen moeten we dit moment aangrijpen om echt goed na te denken over wat van waarde is en wat niet belangrijk is. Daar moeten we ruim de tijd voor nemen en het publieke gesprek volop over aangaan. Om dat denken te voeden zie ik drie thema’s die ons nationaal en mondiaal kunnen helpen de goede kant op te gaan: diversiteit, gebiedsgericht ipv ketengericht en eerlijk rekenen.
Diversiteit
Alle grote crisissen uit de moderne tijd leren ons dat intensieve productiesystemen ons heel kwetsbaar maken. Door specialisatie en monoculturen denken we efficiënter en goedkoper te zijn. Maar we vergeten daarbij dat het bij natuurlijke systemen gaat om weerbaarheid en veerkracht. En die zijn juist gebaat bij diversiteit en afwisseling. Denk aan biodiversiteit, aan diversiteit in landschappen, diversiteit in teelten en gewassen, aan diversiteit in bedrijfsmodellen en streekculturen. Ook voor onze eigen lichamelijke en geestelijke gezondheid is variëteit van groot belang. Vers en gevarieerd eten maakt mensen veel weerbaarder en gezonder dan eenvormige gemaksprodukten en fast food met heel veel toevoegingen. Kortom, we zullen diversiteit boven intensiteit en eenvormigheid moeten gaan stellen.
Gebiedsgericht ipv ketengericht
De mondiale landbouw- en voedselketens worden in essentie gedomineerd door grote machtige partijen die werken op basis van specialisatie, schaalvergroting en lage prijs. Financiële belangen van anonieme aandeelhouders zijn leidend. Zowel boeren aan het begin van de keten als consumenten aan het eind van de keten hebben weinig te zeggen. De afhankelijkheden zijn enorm. Als de coronacrisis iets duidelijk maakt dan is het dat wel.
Bij een gebiedsgerichte aanpak staan andere waarden voorop. Dan gaat het om de eigenheid van de bodem, het landschap en de cultuur in dat gebied. Belanghebbenden zoals bewoners, boeren en andere gebruikers van de ruimte werken samen aan volhoudbare modellen die aansluiten bij de eigenheid van de streek. Niet anonieme aandeelhouders ver weg beslissen wat er gebeurt maar de mensen zelf. Mensen die donders goed weten wat wel of wat niet goed is voor henzelf en hun omgeving.
Eerlijk rekenen
Gedrag wordt niet alleen beïnvloed door kennis of een mooi verhaal maar heel vaak vooral ook door prijs. In de huidige economie worden veel maatschappelijke kosten van de productie niet in de prijs verwerkt maar afgewenteld op anderen. Daardoor blijven vervuilende producten met ongewenste bij-effecten te goedkoop en krijgen gezonde en milieuvriendelijke producten te weinig kans. Denk aan de kosten van CO2 uitstoot, fijnstof en stikstof. Die worden nu op de belastingbetaler of toekomstige generaties afgewenteld. En denk aan de hoge zorgkosten die het gevolg zijn van de consumptie van goedkope en ongezonde producten waarin teveel suiker, zout of vet is verwerkt. Ook die kosten zitten niet in de prijs maar betalen we indirect via hoge zorgpremies en belastingen. Zo bevorderen we voortgaande vervuiling, veel ziektes en hoge maatschappelijke kosten. Door eerlijk te gaan rekenen kunnen we dat veranderen. In het jargon noemen we dat true cost en true price. We moeten naar een systeem van echte en eerlijke prijzen. In de hele economie, maar ook in de wereld van landbouw en voedsel. De modellen zijn er al, hoewel nog niet volmaakt. Maar er is voldoende onderbouwing om er nu vol op door te pakken, ondersteund door stevige heffingen op bijvoorbeeld CO2, suiker en vlees.
Om de kanteling naar een volhoudbare, gezonde en rechtvaardige wereld door te zetten is veel meer nodig dan deze eerste aanbevelingen. Ik besef dat heel goed. Maar diversiteit, een gebiedsgerichte aanpak en eerlijk rekenen gaan er zeker bij helpen. Ze zijn daarom ook belangrijke onderdelen van de agenda van de Transitiecoalitie Voedsel. Zoals gezegd, we komen hier later dit voorjaar graag op terug als wij onze post corona aanbevelingen voor beleid en overheid presenteren.
Willem Lageweg
Transitiecoalitie Voedsel
Wil je reageren? Word lid van onze LinkedIn en reageer in de comments onder deze post.