Skip to main content
Nieuws

Het Hollandse AGV-tje op de schop: minder dierlijk, meer plantaardig

Geschreven door 20 augustus 2020november 1st, 2021No Comments
Transitiecoalitie voedsel

We kennen allemaal wel de afkorting AGV. Dat staat voor het oer-Hollandse combinatiegerecht: aardappelen, groente en vlees. Voor onze gezondheid, het klimaat en voor dierenwelzijn is het nodig om de verhouding te veranderen naar minder dierlijk en meer plantaardig. Transitiecoalitie Voedsel streeft naar een eetpatroon dat vooral leunt op consumptie van plantaardige eiwitten en een landbouwmodel dat hierop aansluit. Maar hoe ziet ons voedingspatroon er dan uit en hoe moet Europa op groene wijze gevoed worden? We vroegen het aan groenteveredelingexperts Bram van Staalduinen en Joep van Balen van Enza Zaden. Zij ontwikkelen groenterassen die over de hele wereld geteeld, verkocht of gegeten worden. Grote kans dus dat er een tomaat, komkommer, paprika of sla van hen op je bord ligt.

Gezonde voeding
De corona crisis heeft de trend naar gezonde voeding versterkt. Over de gehele linie blijft alleen de huidige consumptie te laag. Enza Zaden zoekt naar oplossingen om mensen makkelijker meer groenten te laten eten. Bijvoorbeeld door te kijken of gedroogde groente in vormpjes een interessante manier van aanbieden is voor kinderen. 10 gram gedroogd is ongeveer gelijk aan 100 gram vers. ‘Er zijn veel oplossingen om het volume dat groente op het bord inneemt te beperken. Ook denken we dat het goed is om het aanbod te verbreden; bijvoorbeeld door vergeten of ondergewaardeerde groenten weer terug in het schap te krijgen’.

Naar de maatstaven van Enza Zaden zijn er drie factoren die de gezondheid van het product bepalen: de voedingswaarden c.q. inhoudsstoffen, de impact op de omgeving en de mate waarin er residuen van pesticiden op producten achterblijven. Binnen het biologische segment, waar het Eko Keurmerk eigenlijk het meest betrouwbare kwaliteitslabel wereldwijd is, komen deze aspecten mooi samen. Vitalis, de biologische dochter van Enza Zaden levert al een groot assortiment voor de biologische teelt, wereldwijd.

AVG, weg ermee
Ons Oer-Hollands bord met aardappels, groente en vlees (AGV) gaat volgens Enza Zaden volledig op de schop. Minder koolhydraten, minder eiwitten en een significante vervanging van dierlijke eiwitten door plantaardige eiwitten en véél meer groenten. Minstens de helft van een maaltijd. Back to basic en minder bewerkt voedsel is een belangrijke consumententrend dat Enza Zaden steeds groter ziet worden. ‘Ons AGV-tje is aan het veranderen. De ‘A’ in ontwikkelde landen wordt kleiner door een lagere energiebehoefte en het eiwitcomponent ‘V’ wordt meer plantaardig en deels ook vervangen door groente. Zo komen er steeds meer plantaardige eiwitten in het consumptiepatroon.

De transitie binnen Enza Zaden
Het familiebedrijf Enza Zaden heeft onafhankelijkheid hoog in het vaandel. Vanuit die strategische positie heeft het bedrijf jarenlang ingezet op product leadership, gericht op betere plantgenetica, hogere opbrengsten en langere houdbaarheid van groenten. De gehele keten komt nu tot het inzicht dat de consument en de markt zijn eigen behoefte heeft die niet altijd strookt met die van de mainstream bedrijven en de tuinder. Dit leidt tot een nieuwe aanpak, gericht op een divers en marktgericht portfolio. Bram: ‘Neem als voorbeeld de Tasty Tom tomaat, deze is ontstaan doordat visionaire tuinders een tomaat wilden die qua kleur, smaak en vorm heel anders is dan de toen bestaande tomatensoorten. Het product is nu nog steeds een groot succes en heeft zijn waarde in de markt weten te claimen. Ondanks dat het ras 40% minder opbrengst heeft dan andere reeds bestaande rassen. Slamixen is een ander mooi voorbeeld. Vroeger had je alleen ijsberg- en kropsla. Nu heb je een heleboel slamixen en aparte soorten zoals rucola en veldsla’. Enza Zaden realiseert zich dat de voedseltransitie een gegeven is. Het bedrijf kijkt voortdurend naar marktontwikkelingen die steeds meer gedreven worden door kritische en betrokken consumenten. Die inzichten nemen zij als start voor nieuwe productontwikkelingsprocessen.

Social Development bij Enza Zaden.
Vanuit het ‘Corporate Social Development’ team van Enza Zaden, houden Bram en Joep zich bezig met projecten gericht op het verbeteren van de omstandigheden in de wereld. Denk bijvoorbeeld aan kleinschalige landbouwprojecten, diverse duurzaamheidsinitiatieven, maar ook een samenwerking met Transitiecoalitie Voedsel die zich hard maakt voor een duurzaam en gezond landbouwsysteem in Nederland. Bram heeft een agrarische achtergrond, weet alles van ui, tomaten en prei en heeft door zijn werkervaring in Oost-Afrika de link met corporate social development gekregen. Sindsdien heeft hij meerdere projecten op dat vlak aangepakt. ‘Enza Zaden is een wereldspeler waarmee social development een brede dimensie heeft gekregen. Problemen in zowel Europese als ontwikkelingslanden zitten binnen deze scope’.

Joep is een zeer ervaren veredelaar met een grote interesse in voeding en groenten. Hij heeft veel gereisd en heeft langere tijd in Ivoorkust, de Filipijnen en Indonesië gewoond. Daar is zijn interesse in gezondheid en voeding verder gegroeid. Joep: ‘Productontwikkeling komt vaak neer op maximalisatie van de productie, maar de vraag is of dat wel de richting moet blijven. Wij zien dat de consument steeds bewuster zijn voedsel uitkiest, zeker de jongere generaties. Zij zijn veel meer bezig met wat ze eten en hoe dit is geproduceerd’.

Gezamenlijke toekomstvisie
Transitiecoalitie Voedsel en Enza Zaden vinden elkaar in een gezamenlijke toekomstvisie. Namelijk een duurzame en gezonde productieketen. Enza Zaden ziet binnen de groenteketen verschillende ontwikkelingen. Er ontstaan enerzijds diverse lage CO2-veredelingconcepten zoals plantenfabrieken. Hierin worden groenteplanten volgens een meerlaags teeltsysteem onder Led-verlichting geproduceerd waardoor ze niet worden beïnvloed door factoren van buitenaf. Een ander voorbeeld is ‘sla op water’ geteeld. Door fusariumproblemen in de grond – fusarium is een schimmel – zie je dat de transitie rondom sla versneld is ingezet. Deze nieuwe teeltvorm heeft een lage CO2 uitstoot en past in de behoefte om lokaal en schoon te produceren. ‘Verder zien wij wat jullie ook zien: stadstuinen, Herenboeren concepten en importproducten die op Nederlandse bodem geteeld kunnen worden zoals soja.’ Wat ze gemeen hebben is dat ze allemaal goede en veilige groenten willen produceren.

Wat doet TcV?
Kortom, Europa moet minder dierlijk en meer plantaardig gaan consumeren en deze uitdaging is groot. Waar koplopers zoals Enza Zaden, Green Protein Alliance en Dutch Cuisine actief zijn in de eiwittransitie, beweegt de politiek nog onvoldoende mee. TcV zet daarom in op beleidsbeïnvloeding om de urgentie van de eiwittransitie en het verband daarvan met gezondheid, natuur en milieu op de agenda te zetten. Hierbij is ‘meer plantaardige en minder dierlijke productie en consumptie’ een van onze speerpuntthema’s. In nauwe samenwerking met Green Protein Alliance en anderen werken we hiervoor een nationale eiwitstrategie uit.

Wil je reageren of ook je verhaal delen? Laat dan je bericht achter in de comments onder deze Linked-In post.