De Nederlandse natuur is in grote problemen. Sinds 1990 zijn wilde dieren populaties, zoals vogel-, vlinder- en reptielensoorten, in open natuurgebieden en agrarische landschappen gemiddeld met de helft afgenomen. Dat blijkt uit het vandaag verschenen rapport: Living Planet Report Nederland ‘Natuur en Landbouw Verbonden’ van het Wereld Natuur Fonds (WWF).
In heidegebieden op hoge zandgronden zijn kenmerkende dier- en plantensoorten zelfs gekelderd tot bijna 70% gemiddeld. Dit komt omdat bepaalde dieren populaties en sommige plantensoorten slecht bestand zijn tegen de effecten van te hoge concentraties stikstof, voornamelijk afkomstig uit de veehouderij.
Directeur Wereld Natuur Fonds, Kirsten Schuijt: “Ons landschap wordt monotoon en stil, zonder dat we het in de gaten lijken te hebben. Want heide bloeit nog steeds prachtig paars en weilanden zijn groen. Maar wie weet nog dat vroeger wolken vlinders op de heide te zien waren en je omringd werd door het geluid van vogels? We hebben de natuur inmiddels zo diep uitgehold dat ons welzijn en onze welvaart in het geding komen. Rijke, diverse natuur is nodig voor schoon water, bestuiving van gewassen en natuurlijke plaagbestrijding.”
Het rapport concludeert dat herstel van biodiversiteit mogelijk is maar om doorzettingsvermogen vraagt. Er zijn forse investeringen nodig in de kwaliteit en kwantiteit van natuur én in een omslag van de landbouw. De rekening moet hierbij niet alleen bij één sector terecht komen. Het oplossen van de huidige natuurcrisis is een gezamenlijke opgave, waarbij iedereen moet en kan bijdragen om de omslag naar een natuurvriendelijke landbouw mogelijk te maken.