Terwijl er met de nodige onzekerheid wordt gewerkt aan een nieuw kabinet heeft de Transitiecoalitie Voedsel een aantal aanbevelingen opgesteld voor het toekomstige landbouw- en voedselbeleid. Deze aanbevelingen worden inmiddels besproken met de landbouwwoordvoerders van de verschillende politieke partijen. Wij pleiten voor een heldere visie voor de lange termijn, voor drie nieuwe uitgangspunten waaraan elk beleid zou moeten worden getoetst en we doen vijf eerste voorstellen voor concrete maatregelen. Zie de volledige tekst van onze oproep.
Oproep aan formerende partijen voor een nieuw kabinet
Het mislukken van het landbouwakkoord heeft tot veel teleurstelling geleid. En zoals de eindrapporteur stelde: de bal ligt nu bij de overheid. Het is aan het komende kabinet om met een visie te komen op de nauw met elkaar verweven toekomst van onze boeren, ons eten, onze ruimte en onze portemonnee. Een goede samenwerking met alle betrokkenen en steun aan de vernieuwing van onderop zijn daarbij van groot belang. De urgentie is groot. Alle wijzers staan in het rood. Zowel voor de boeren als voor onze leefwereld (klimaat, biodiversiteit, natuur, water, bodem en lucht) en de volksgezondheid.
Wij, de Transitiecoalitie Voedsel in samenwerking met een brede groep van personen uit de wereld van landbouw, bedrijfsleven, natuur, gezondheid en wetenschap[1], doen graag de volgende voorstellen.
Kwaliteit centraal
Wij stellen voor om het beleid vooral te richten op de kwaliteit van voedsel en minder op de kwantiteit bij zowel de productie als de consumptie ervan. Vanzelfsprekend binnen de ecologische randvoorwaarden die daarvoor gelden (zoals klimaat, water, bodem en biodiversiteit). En aan de hand van duidelijke uitgangspunten op drie nauw verbonden terreinen: duurzaam boeren, gezond eten en eerlijk afrekenen. Met veel ruimte voor verschillende oplossingsrichtingen op elk van deze drie thema’s.
Kansen
Technologische innovatie, nieuwe samenwerkings- en managementmodellen (sociale innovatie) en nieuwe inzichten op het terrein van teeltsystemen en agro-ecologie bieden veel kansen, zowel op bedrijfsniveau als voor onze internationale concurrentiepositie. Veel boeren en andere ondernemers laten al zien dat dit economisch goed haalbaar is. Ze doen dit steeds vaker in combinatie met het leveren van publieke en private diensten op terreinen als klimaat, natuur, recreatie en zorg. Dit illustreert dat er naast de productie van hoogwaardig voedsel maatschappelijk en economisch ook veel nieuwe kansen zijn voor het leveren van diensten. Dat geldt zeker voor de grondgebonden landbouw. Het is de taak van de overheid om al deze vormen van innovatie en nieuwe samenwerkingsverbanden te stimuleren, te ondersteunen en bekendheid te geven, zowel naar de sector als via onderwijs, onderzoek of anderszins.
Drie uitgangspunten
Duurzaam boeren, gezond eten en eerlijk afrekenen hangen nauw met elkaar samen om tot een toekomstbestendig landbouw- en voedselsysteem te komen. Daarin moet niet alleen de overheid aan de bak. Ook ketenspelers, financiële instellingen, dienstverleners en kennisinstellingen hebben een belangrijke rol en opdracht.
Om dat doel te bereiken zijn leidende principes nodig waar alle beleid langdurig op wordt gericht en aan wordt getoetst. Wij stellen de volgende drie leidende uitgangspunten voor:
- Gezondheid voorop. Gezondheid en welzijn van mens en dier staan voorop bij de productie, de verwerking, de consumptie en het aanbod van hoogwaardig voedsel uit een vitale bodem. Daarmee wordt zowel bijgedragen aan de reductie van voedselgerelateerde ziektes zoals obesitas, diabetes type 2 en kanker als ook aan de reductie van stikstof en andere emissies die slecht zijn voor klimaat en natuur. Tal van studies tonen aan dat gezond eten leidt tot een veel lagere milieu impact en tot een betere volksgezondheid.
- Duurzaam boeren. Boeren zorgen voor gezonde en duurzame producten uit een gevarieerd landschap met veel biodiversiteit, een vitale bodem en een dierwaardige veehouderij. De kringloop van voedingsstoffen wordt zo goed mogelijk gesloten. Daarmee leveren boeren een positieve bijdrage aan economie, klimaat, natuur en samenleving, zowel in Nederland als in Europa.
- Eerlijk afrekenen. Iedereen heeft recht op toegang tot gezond en betaalbaar voedsel. Boeren die daarvoor werken doen dat voor een fatsoenlijke beloning en onder verantwoorde omstandigheden, ook in het buitenland. Bij het belonen en beprijzen geldt dat ‘het goede wordt beloond en dat de vervuiler betaalt’. Dat leidt tot ‘echte en eerlijke prijzen’. Afwenteling van kosten wordt voorkomen. Daarmee ontstaat voor alle marktpartijen een gelijk en eerlijk speelveld. Landbouw- en voedselbeleid in eigen land mag niet leiden tot problemen elders in de samenleving of buiten Nederland.
Het introduceren van nieuwe en het schrappen van oude beleidsmaatregelen zou consequent aan deze drie uitgangspunten moeten worden getoetst. Dat biedt ondernemers en de natuur houvast en geeft ruimte aan jonge boeren (zowel opvolgers als nieuwe intreders) en aan andere ondernemers om op een kansrijke manier aan de slag te gaan.
Vijf maatregelen
Om te komen tot een toekomstbestendig landbouw- en voedselsysteem is een jarenlange inspanning nodig. Wij stellen alvast vijf maatregelen voor die vooral zijn gericht op de grondgebonden landbouw. Voor niet grondgebonden landbouw en voor het bevorderen van gezonde en meer plantaardige eetpatronen – ook belangrijke onderdelen van de landbouw- en voedseltransitie – zijn meer en andere maatregelen nodig.
- Gebiedsgerichte aanpak. Het lokale bodem- en watersysteem wordt leidend bij het gebruik van de grond en het type landbouw dat daar het beste bij past. De landelijke overheid maakt duidelijk welke doelen er behaald moeten worden (bijvoorbeeld maximale emissies en een minimale waterkwaliteit). Zij ondersteunt de praktijk en de bijbehorende gebiedsprocessen met een toereikend budget en onafhankelijke en langjarige sociaaleconomische begeleiding.
- KPI’s. Een duidelijke lijst van duurzaamheids- en dierenwelzijnsindicatoren – waar nodig nationaal en waar mogelijk per gebied en per bedrijf – geeft ondernemers richting en houvast voor hun bedrijfsbeslissingen. Door deze prestaties te koppelen aan de financiële administratie kan tegelijk de administratieve last flink worden verlicht.
- Grondmarkt. Grond is in ons druk bevolkte land schaars en duur waardoor boeren zich genoodzaakt voelen om zoveel mogelijk te produceren per hectare. Door aan grondgebruik – gebiedsgericht – duidelijke voorwaarden en vormen van belonen en beprijzen te koppelen wordt duurzaam landgebruik bevorderd. Een grondbank kan daarbij helpen.
- Duurzame inkoopverplichting. Zoals oliemaatschappijen verplicht zijn om benzine bij te mengen met biobrandstof, zo worden voedselverwerkings- en afzetbedrijven verplicht om een deel van hun grondstoffen in te kopen bij boeren die voldoen aan de hoogste duurzaamheidsstandaarden. Boeren krijgen daarvoor van de marktpartijen een objectief berekende prijs die hun inspanningen rechtvaardigt.
- Help consumenten. Op dit moment worden consumenten door middel van aanbod, prijs en reclame verleid tot te veel en ongezond eten. Door gezond en duurzaam voedsel ten opzichte van niet duurzaam en ongezond voedsel goedkoper en makkelijker bereikbaar te maken worden mensen geholpen om zelf betere keuzes te maken. Dat kan door fiscale maatregelen, door bedrijven, supermarkten en overheden die zelf het goede voorbeeld geven, door af te zien van bepaalde reclames en door voedselonderwijs op scholen.
Vele voordelen
Met een heldere visie, de door ons voorgestelde drie nieuwe uitgangspunten voor beleid en genoemde maatregelen kunnen we de uitstekende positie van de Nederlandse landbouw internationaal hooghouden en het verdienmodel van onze boeren versterken. Het is ook de beste manier om onze eigen voedselzekerheid veilig te stellen, landbouw en natuur beter met elkaar te verbinden, dierenwelzijn en de volksgezondheid te bevorderen en tevens de sector voor te bereiden op de effecten van klimaatverandering.
Met een duidelijke koers en heldere doelen kunnen boeren en andere ruimtegebruikers worden bevrijd van veel regels. Zo kunnen ze dan weer met vertrouwen gaan investeren om aan de doelstellingen te voldoen en een goed inkomen te verdienen. Bovendien worden we door het beter benutten van de kringloop minder afhankelijk van grondstoffen uit het buitenland, zoals veevoer en fossiele energie.
Langdurig veranderingsproces
Het is cruciaal dat de overheid, boeren en andere betrokken organisaties hierbij goed samenwerken. Steun aan de vernieuwers van onderop verdient een hoge prioriteit. Ook boeren voor wie geen toekomst meer is verdienen veel steun en aandacht. Dat is de samenleving aan hen verplicht.
Het is aan het nieuwe kabinet om hierin snel het voortouw te nemen in het besef dat het om een langdurig en ingrijpend veranderingsproces gaat met constant nieuwe inzichten en oplossingen, van zowel binnen als buiten de sector.
[1] Bij dit manifest is dankbaar gebruik gemaakt van de input van de denkgroep Regie & Ruimte en van de inzichten van het wetenschappelijke NWA onderzoeksconsortium ‘Naar een Duurzaam Voedselsysteem’. De tekst van deze oproep wordt onderschreven door boeren, wetenschappers en mensen uit het bedrijfsleven en NGO’s. Uit boerenkring zijn dat o.a. Bart Pijnenburg, Albert van der Ploeg, Saskia Joha, Geert van der Veer en Jan Ham. Uit de wetenschap betreft het Ilse Geijzendorffer (Louis Bolk), Andre Nijhof (Nyenrode) en Jaap Seidell (Vrije Universiteit Amsterdam). Uit het bedrijfsleven gaat het om mensen als Drees Peter van den Bosch (Healthy Food Coalition), Volkert Engelsman (Robin Food Coalition) en Reinier Gerrits (Meststoffen Nederland) en uit de wereld van NGO’s en andere organisaties betreft het personen als Willem Ferwerda (Commonland), Hanneke van Ormondt (Urgenda/Caring Farmers) en Bert van Ruitenbeek (Demeter).
De Bilt, februari 2024