In de landbouw zijn op dit moment alle ogen gericht op het landbouwakkoord. Aan zo’n 12 tafels wordt intensief vergaderd over de toekomst van de agrarische sector. Het verdienmodel voor de boer is daarin een centraal thema. Het landbouwakkoord is een ultieme poging om politiek en boeren weer achter een gezamenlijke visie en agenda te krijgen. Adema, de nieuwe minister van LNV, zet zich hier vol voor in.
De Transitiecoalitie Voedsel neemt deel aan de zgn. brede landbouwtafel. Aan die tafel worden alle betrokkenen periodiek over de voortgang bijgepraat. Partijen die niet aan de hoofdtafel zitten krijgen er de gelegenheid toch hun inbreng te leveren. Onze eerste bijdrage hebben wij inmiddels geleverd.
Kritiek
In een brief aan de minister van LNV en de voorzitter van het Landbouwakkoord hebben we een aantal kritische opmerkingen gemaakt over de inrichting van het proces en de samenstelling van het gezelschap. Kort gezegd komt onze kritiek erop neer dat het proces teveel leunt op een aanpak waarin de verschillende agrarische deelsectoren een dominante rol spelen. Die aanpak leidt onvermijdelijk tot voorstellen voor het optimaliseren van de verschillende sectoren (melkvee, varkens, kippen akkerbouw etc). Dat is het cultiveren van het verleden en van het concept van specialisatie. Toekomstbestendige landbouw vraagt iets anders. Het gaat om integratie, om gesloten kringlopen over sectoren heen en om meer aandacht voor tal van maatschappelijk zeer relevante diensten die boeren kunnen leveren. De toekomst vraagt om nieuwe combinaties waarmee meervoudige maatschappelijke opgaven vertaald kunnen worden in kansen en nieuwe verdienmodellen.
De kern van de landbouwtransitie is dat er nu een integrale aanpak nodig is. Een aanpak die wordt gevoed door een inspirerende totaalvisie op de plek en de rol van landbouw en voedsel in het Nederland van 2040. Een visie ook waarin bodem en water zullen bepalen waar welk type landbouw kan en mag plaats vinden. Een aanpak waarin thema’s en transitiepaden de agenda bepalen zou daarom veel logischer geweest zijn dan de huidige focus op sectoren. Het is absurd dat het werk dat de SER nog geen twee jaar geleden op verzoek van de Tweede Kamer en het ministerie van LNV heeft gedaan, nu zonder enige toelichting aan de kant wordt geschoven.
Van buiten naar binnen
Door de gekozen opzet hebben wij serieuze twijfels bij de uitkomst van het proces. Die twijfels worden versterkt omdat de inbreng van personen en partijen van buiten de landbouw zeer beperkt zal zijn. Denk aan de jonge generatie. Denk aan personen met een visie op de toekomst van Nederland en met kennis van transities. Denk aan mensen met verstand van consumentengedrag, juist ook van grote bevolkingsgroepen met een meer dan Nederlandse herkomst. Denk aan creatieve ondernemers en koplopers die nu al markten en ontwikkelingen zien die velen nog niet of nauwelijks zien. Denk aan experts en organisaties die kunnen aangeven welke rol voedsel de komende jaren gaat spelen op het gebied van gezondheid, zowel bij de preventie als bij het herstel van ziekten. Etc.
De samenstelling van de landbouwtafels wordt nu teveel gedomineerd door traditionele landbouwpartijen die vooral vanuit hun eigen sector en hun eigen belang, van binnen naar buiten kijken. Bij een inspirerende lange termijn visie gaat het er juist om ook heel sterk van buiten naar binnen te kijken.
Dat behoudende koepels als CBL (de supermarkten) en FNLI (de levensmiddelenindustrie) inmiddels ook aan de hoofdtafel zitten tempert de verwachtingen nog meer. Deze organisaties hebben in het verleden altijd aan de rem gehangen en veel maatschappelijk noodzakelijke ontwikkelingen vertraagd of tegengehouden. Denk aan hun rol bij het Preventieakkoord, aan niet nagekomen afspraken om producten gezonder en duurzamer te maken en aan eerdere standpunten van CBL dat supermarkten niet verantwoordelijk zijn voor de ontwikkelingen op het boerenerf. Denk aan hun weerstand tegen een stevige rol van de overheid om de markt te activeren om duurzaamheid veel meer te gaan belonen dan nu het geval is.
Plan B
Kortom, onze verwachtingen met betrekking tot een inspirerend en verreikend landbouwakkoord zijn niet hoog gespannen. We laten ons graag verrassen en zullen zo lang het proces loopt onze constructieve inbreng blijven leveren. Maar ik denk dat het goed is om nu al over een plan B te gaan nadenken. Want de kans dat het landbouwakkoord de visie en de afspraken gaan brengen waarmee de landbouw en de natuur 10 tot 20 jaar vooruit kunnen acht ik klein.
Willem Lageweg
15 februari 2023