Skip to main content
Nieuws

Veel variatie in beelden bij eerste toekomstverkenning

Geschreven door 30 april 2019oktober 22nd, 2021No Comments
Transitiecoalitie voedsel

Hoe ziet een toekomstig duurzaam en gezond voedselsysteem eruit? Zo’n 50 experts, dwarsdenkers en voorlopers uit het Transitiecoalitie Voedsel netwerk komen in april, mei en juni bijeen om buiten de bestaande kaders te denken en denkbeelden, scenario’s en transitiepaden te verzamelen. Doel is om een aantal scenario’s te ontwikkelen als inspirerende input voor het nationale debat over de toekomst van ons landbouw- en voedselsysteem en voor een breed gedragen strategische koers van Transitiecoalitie Voedsel. De rijkheid aan visies en expertises in de leden- en relatiekring van de Transitiecoalitie Voedsel zijn hiervoor een geweldige basis. De toekomstverkenning wordt geleid door Frederike Praasterink en PJ Beers van de HAS Hogeschool, samen met een klein team van mensen uit de Transitiecoalitie Voedsel en de strategiegroep.

Op 24 april vond de eerste bijeenkomst plaats. Deze eerste sessie stond in het teken van schetsen en valideren van de transitie opgave en het verzamelen van toekomstbeelden.

TcV kwartiermaker Willem Lageweg trapte af met de veelgebruikte rups/vlinder metafoor, die onze radicalere insteek uitstekend diende: “Wat voor een rups het einde van de wereld is, is een vlinder voor de rest van de wereld”, aangevuld met: “Nu gaan we vlinders maken”. Daarna was het woord aan Frederike Praasterink, lector aan de Hogere Agrarische School (HAS) in Den Bosch. Zij deed er nog een schepje bovenop: “Hier hebben we het over het paradijs op aarde. We gaan uitpluizen hoe die utopie eruitziet en dan terugredeneren naar vandaag.”

Om toch niet te hard uit de bocht te vliegen of te botsen tijdens onze (groeps)gedachte experimenten bedacht lector Pieter Jelle Beers enkele spelregels:

De eerste opdracht, het schetsen van de transitie opgave (van … naar …), bracht veel verschillen in gedachtegoed teweeg. Waar sommigen aangaven dat we al een heel eind op weg zijn, stelden anderen dat we terug moeten naar vroeger of juist naar een volledig nieuw systeem. Sommigen pleitten voor de invoering van strenge regelgeving of zelfs de herinvoering van een “Voedselgraaf”, terwijl anderen slechts een verbod op reclame voor vervuilende en ongezonde producten afdoende achtten. Anderen pleitten voor een meer marktgeoriënteerde aanpak gericht op een wereldwijd true costing mechanisme en zo weinig mogelijk tussenhandel.

Na een snelle analyse kwamen de organisatoren tot de conclusie dat los van de verschillen er ook gedeelde inzichten waren in de transitie opgave, zoals:

  • Van pure economische waarden naar bredere voedingswaarden
  • Van 20 naar 80 procent van onze voeding uit de schijf van vijf
  • Van geconcentreerde machtsblokken naar verdeling van de macht
  • Van uniforme en anonieme landbouw naar klimaat- en grondgebonden en vraaggestuurde landbouw
  • Van leegloop naar de revitalisering van het platteland
  • Van alleen maar minder naar meer boeren
  • Van uitputting naar verrijking van de bodem
  • Van highly processed naar non- of mildly processed

Na de opgave anno 2019 te schetsen was het tijd om de ogen te sluiten en te denken in toekomstbeelden: Hoe ziet het eindbeeld eruit? We lieten alle remmen los en onze gedachten de vrije loop.

Tal van (te) gekke eindbeelden passeerden de revue. Van een no-tech eco-intensieve toekomst tot een high-tech toekomst waarin kant-en-klare brokjes voedzame en smaakvolle bouwstoffen over de hele wereld emissieloos vervoerd worden. Van boerloos tot iedereen boer, waarna boer Piet als kanttekening eerst wel eens wil zien wie in de zaal er een ploeg kan besturen. Van een computergestuurde koppeling tussen burger en boer om 1 op 1 vraag en aanbod te linken tot aan samen verbouwen en koken in voedselgemeenschappen.

Hoewel sterk contrasterend, stelde Patrick Kaashoek ook voor dat deze toekomstperspectieven gerust naast elkaar kunnen bestaan binnen pluriforme gesloten cirkels van productie en consumptie.

Door de diversiteit van ideeën maar ook openheid (mogen zeggen wat je wilt) ontstond een prettig en open gesprek. Deze (groeps)gedachte experimenten leerden ons echter dat niet alleen de (te) gekke eindbeelden maar ook de route om er te komen (en dus haalbaarheid) van belang is. Hoewel je in een utopie slechts een producent en consument nodig lijkt te hebben, dienen ook onderwijs, de zorg en de media meegenomen te worden om de transitie mogelijk te maken. Vandaar dat we tijdens de tweede sessie op 23 mei deze beelden gaan toetsen en verrijken vanuit een systeemperspectief, en aanzet maken naar scenario’s. Om dit te bewerkstelligen gaan we in gesprek met de voedselveranderaars van de toekomst, werkzaam of in opleiding binnen het lectoraat Sustainable Food Systems aan de HAS, over wat wel dan niet haalbaar is.

Met dank aan Willem van der Zalm voor het verslag